zaterdag 16 januari 2010

Lekker praktisch

Op een dag in de zomer heb ik zin om eens bij te kletsen met onze eigen dieren.
Ik begin met de witte kat, die al jaren met kanker rondloopt. Es even kijken hoe ze nu in haar vel zit.
Deze kat laat meteen weten dat ze er niet over te spreken is dat ik de tweede kattenbak heb weggehaald. Ik sputter en leg uit dat het zomer is en dat ze best naar buiten kan en dat ik het gedoe met die extra bak in huis niet wil. Maar ze is onverbiddelijk: met haar lichamelijke klachten is het fijn om twee bakken te hebben.
In een eerder gesprek, voordat ik de tweede kattenbak had neergezet, wilde ze niet praten als het alleen maar ging over het piesen van haar in huis. ‘Als dat het nivo van gesprek is …’, redeneerde ze. Aangezien ik geen zin heb in weer een piesstrijd, pak ik de bak en zet hem terug in het halletje.

Dan naar de papegaai. Die is altijd wel in voor een praatje.
Maar vandaag niet. Hij wil maar één ding: dat het luik boven zijn stok open gaat zodat hij weer naar buiten kan, het dek op, de kooi in.
Kort hiervoor had het geregend en om binnenregenen te voorkomen, had ik het luik dichtgedaan. De papegaai legt haarfijn uit dat het nu droog is en dat hij weer naar buiten wil.
Okee, okee, dan babbelen we later.

De volgende poging is de hond. Die is minder eisend maar laat heel subtiel steeds maar één beeld zien: samen buiten lopen.
Ik zucht, denk: ‘Ja meid, je wilt zelf dat dieren ook inspraak hebben in hun eigen leven …’ en ga met de hond naar buiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten